Groeve ’t Rooth – een verborgen vallei

Jarenlang reden we er – letterlijk en figuurlijk – met een grote boog omheen. Een heel enkele keer stopten we eventjes om toch maar eens door de hoge omheining rondom het terrein te gluren. Vol afschuw keken we dan uit over die enorme krater in het landschap. Ik heb het over Groeve ’t Rooth, gelegen ten oosten van Maastricht, waar al sinds jaar en dag door de firma Ankerpoort mergel wordt afgegraven. Toch vreemd eigenlijk, zo’n gebied vlakbij huis, waar je nooit komt, maar weinig van weet en slechts negatief over denkt. Sinds enkele jaren is de groeve ‘s zaterdags op bepaalde uren voor het publiek toegankelijk. Onlangs hebben we dan eindelijk de stoute schoenen aangetrokken en zijn er eens een kijkje gaan nemen: het werd een verrassend bezoek.

Groeve ‘t Rooth
Er stonden reeds tientallen auto’s geparkeerd toen we aankwamen. Eerst moesten we ons melden in een kantoortje, waar we wat documentatie over het gebied kregen. Met pijlen was een wandelroute aangegeven. Ons viel al direct op dat niemand de aangegeven route volgde maar dat iedereen juist de andere kant opging. Het uitgestippelde pad voerde naar een reeds lang geleden afgegraven gedeelte van de groeve. In een volstrekte rust genoten we van de volop aanwezige voorjaarsflora, poelen met kikkervisjes en telkens steil omhoog rijzende mergelformaties, die men kennelijk als een soort monument had laten staan. Bij iedere stap was het weer opletten om niet op een wijngaardslak - op de menukaart in Frankrijk beter bekend als escargot - te gaan staan. We zagen de steenbreekvarentjes zich meester maken van de als afvalproduct bij de mergelwinning gestorte hopen met vuursteen. En dat alles op een plek waar je vijftig jaar geleden nog minstens dertig meter onder de grond zou zitten…

Steenbreekvaren op vuursteen
Deze zomer gaan we zeker nog eens terug naar Groeve ’t Rooth. Want in deze verborgen vallei heersen dan extreme klimatologische omstandigheden. Op de zuidhellingen kan de temperatuur oplopen tot wel vijftig graden en vanwege de beschutte ligging zorgt ook de wind nauwelijks voor verkoeling. Voeg dit bij de voor Nederland unieke loodrecht omhoog staande kalkrotsen en je hebt de ingrediënten voor vele zeldzame plantensoorten. De beste tijd voor deze warmte- en kalkminnende flora is juli/augustus. Behalve bijzondere planten komen in deze groeve ook hele aparte dieren voor. Zo is dit halfopen en waterrijke terrein het ideale biotoop voor bijvoorbeeld de geelbuikvuurpad. Hiervan komen nog maar enkele tiental-len exemplaren in ons land voor, met name in deze groeve.


We wandelden verder en kwamen op het grote open gedeelte van de groeve. In de verte hoorden we een merkwaardig geklop en getik. Nieuwsgierig liepen we erop af en toen werd ons plotseling duidelijk waarom alle mensen bij de ingang direct de andere kant opgingen. Met zagen, houwelen en hamers werden de rotswanden bewerkt op zoek naar fossielen. De mergel is immers afkomstig uit de tijd dat in deze contreien een tropische zee was, zo’n 65 miljoen jaar geleden. Afdrukken van schelpen en andere zeedieren zijn nog heel vaak terug te vinden in de kalksteen. In het kantoortje zijn diverse fraaie vondsten te bewonderen.

Fossiele schelpdieren
Enkele weken geleden heeft de Raad van State beslist dat geen concessie tot verdere afgraving mag worden verleend. Een fikse streep door de rekening van exploitant Ankerpoort, die nog eens een stuk van vergelijkbare omvang wenst te ontginnen. Daarvoor zou zelfs het complete dorp ’t Rooth moeten verdwijnen. Volgens dit bedrijf is een minerale grondstof als mergel onmisbaar in onze huidige maatschappij. Zo wordt de kalksteen bijvoorbeeld gebruikt in meststoffen, veevoer en als materiaal in de bouw. Misschien is dat dan inderdaad wel zo, maar toch blijven wij – met de bewoners van het plateau van Margraten – tegen uitbreiding van de groeve. Maar nu we gezien hebben hoe de reeds ontgonnen delen, met deskundige hulp van het Limburgs Landschap, tot schitterende natuur worden omgetoverd, kijken we er in elk geval wel wat genuanceerder tegenaan.

(e-Spekkoek nr. 76, 15 mei 2004)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten